Er is iets magisch aan inpakken voor een vakantie in een stacaravan. Niet de stressvolle chaos van “hebben we de paspoorten?!” of “waar zit die oplader nou weer?” zoals bij vliegreizen. Nee, dit is het soort inpakken waarbij je bijna zen wordt. Rustig stapelen, een beetje vooruitdenken, en af en toe iets geks toevoegen “voor het geval dat”. Want ja, die paar vierkante meter comfort verdient het om slim benut te worden.
De eerste keer dat ik naar een stacaravan ging, had ik m’n halve huis meegenomen. Dacht ik slim te zijn met drie pannen, een kurkentrekker, zes borden, en… een waterkoker. Alleen om er ter plekke achter te komen dat alles daar al gewoon in de kast stond. Inclusief de kurkentrekker, trouwens. Wat ik niet bij me had? Een vliegenmepper. En geloof me, die mis je pas als je bij het ontbijt wordt aangekeken door een brutaal zoemend exemplaar dat zich niks aantrekt van jouw croissant. Hier wat tips die ik zelf ervaren heb plus wat extra ideeën van Lacet.
Dus nee, je hoeft geen bestek, handdoeken of wasknijpers mee te sjouwen — tenzij je in een écht kale stacaravan terechtkomt natuurlijk, maar de meeste zijn tegenwoordig van alle gemakken voorzien. Wat je dan wél meeneemt? Nou, hier komt-ie dan. Mijn ultieme inpaklijst. Niet in een strak lijstje hoor, maar gewoon zoals ik ’m altijd in m’n hoofd heb zitten — een beetje rommelig, maar reuze praktisch.
Laten we bij de basis beginnen: gezelligheidsspullen. Denk aan kaarsjes, een dekentje voor op het terras, een goed boek. En ja, ik weet dat kaarsen in de zomer niet per se nodig zijn, maar het gaat om de sfeer. Zeker als je ‘s avonds nog even met een glaasje buiten zit, terwijl de zon langzaam verdwijnt achter dat gammele schuurtje van de buren. Onmisbaar? Misschien niet. Maar ze maken de vakantie wel.
Dan zijn er van die dingen waarvan je achteraf zegt: “Wat ben ik blij dat ik dat bij me had.” Zoals een opvouwbare drooglijn. Klinkt saai, maar als je kinderen hebt, of gewoon iemand bent die altijd net iets te nat uit de douche komt (zoals ik), dan wil je niet dat de halve stacaravan verandert in een drijvend wasrek. En zo’n drooglijntje? Dat redt de boel. Beter safe than sorry.
Een kleine EHBO-set is ook zo’n no-brainer. Pleisters, een pincet voor die ene cactus die je dacht zonder handschoenen op te pakken (vraag me niet hoe ik dat weet), en wat paracetamol voor als je iets te fanatiek hebt meegedaan met de karaoke-avond in het parkrestaurant.
En nu de wat vreemdere spullen, die je niet direct verwacht, maar waar je jezelf stiekem voor schouderklopjes geeft als je ze uit je tas tovert. Ducttape. Jep. Je lacht nu misschien, maar ik heb ooit met ducttape een gescheurde tuinstoel tijdelijk gerepareerd, een klapperend raam stil gekregen én een openstaand kastje gefikst dat anders mijn hele nachtrust had verpest. Heldenspul.
Ook een aanrader: een universele afstandsbediening. Veel stacaravans hebben tv’s met mysterieuze knopjes, en als je pech hebt is de originele afstandsbediening spoorloos. Je hoeft natuurlijk niet per se te kijken, maar op een regenachtige middag ben je blij als je iets anders hebt dan spelletjes bij kaarslicht.
Nog iets geks, maar briljant: een hoofdlamp. Vooral als je ’s avonds naar het toiletgebouw moet of iets zoekt in de auto zonder de hele boel wakker te maken. Een zaklamp is oké, maar een hoofdlamp? Die maakt het leven echt makkelijker. Zeker als je al je handen nodig hebt om niet over die scheve betonrand te struikelen.
En ten slotte: iets persoonlijks. Een foto van thuis, je favoriete koffiemok, of een mini-speaker met je vakantie-afspeellijst. Het zijn die kleine dingen die van een vakantiehuisje een tijdelijk thuis maken. Niet essentieel, maar wel goud waard.
Dus nee, je hoeft geen verhuiswagen te regelen voor je stacaravantrip. Maar met een beetje slim inpakken — en hier en daar een vreemde snuf die stiekem briljant blijkt — zit je helemaal goed. Beter een paar rare spullen te veel dan die ene onmisbare te weinig.